Hey lieve mensen! Ik ben Sanne van Rij, journalist, schrijver en dol op tips zoeken en geven. Als ik reis, komen bijna al mijn interesses samen; in eten, (moderne) cultuur, de manier waarop mensen samenleven. In deze Substack deel ik eet- en drinkadressen die je wat mij betreft zou moeten kennen, maar schijn ik ook mijn licht op andere zaken die ik interessant vind, vaak te plaatsen in het hokje ‘culturele of emotionele observatie’. Veel plezier!
Af en toe tik ik weer even september 2021 in mijn filmrol in, de maand waarin ik voor het eerst alleen naar het buitenland ging. Mijn kapsel is er nog dubbel zo lang, ik poseer op kliffen, op traprandjes, met wijn, met bier (alcohol was een thema, schijnbaar). Ik was net vijfentwintig, en compleet gebiologeerd door de toenemende content over ‘soloreizen’: jonge vrouwen die zeiden dat het bevrijdend was om compleet je eigen plan te kunnen trekken. Nieuwsgierigheid won het van de zenuwen, en zo belandde ik drie weken in Italië.
Die eerste vakantie ervaarde ik die bevrijding maar gedeeltelijk: ja, ik werd heerlijk loom van het niksen in mijn eentje, en vond het ook prettig om na tien ongemakkelijke minuten op een strand - zonder enige vorm van lobby - weg te kunnen gaan. Ik genoot van de espresso’s tussen oude hangjongeren, van de treinritjes naar kustplaatsen, maar wist ook niet of ik het echt leuk vond, eerder: neutraal. Meer dan eens verveelde ik me kapot en wenste ik dat er iemand was om mee in de lampen te hangen (voor je zegt: had je dan wat socialer opgesteld, tja, daar had ik óók weer geen zin in).
Achteraf, toen de reis een beetje was ingedaald, dacht ik: misschien moet je een soloreis ook niet op gelijke voet willen plaatsen als een vakantie met gezelschap, maar het waarderen om de andere dingen die het oplevert. In Italië had ik, zonder dat het hoefde, bijvoorbeeld opeens zin om te schrijven – het was dus goed voor m’n creativiteit. Ik kwam ook met een beter, zelfverzekerder gevoel over mezelf terug, omdat het me toch maar mooi was gelukt om mezelf twee weken te vermaken.
Bitterzoete vrijheid?
Toch had ik na die reis niet het voornemen om het nog eens te doen. Dat veranderde toen ik in 2022 begon met het schrijven van boeken, en ik terugverlangde naar mijn lege hoofd uit Italië. Sindsdien ben ik vijf keer alleen weggeweest, variërend van een lang weekend tot twee maanden. Hoewel elk verhaal over alleen op reis gaan inmiddels wel is geschreven (je zou er o.a. realistischer, flexibeler en sterker van kunnen worden) heb ik er recent toch veel over nagedacht, met name over hoe het loskomen van verwachtingen me zowel bevrijdt als angstig maakt.
Die gedachtestroom begon vorig jaar in Athene, waar ik een paar keer at random emotioneel werd. De aanleiding was simpelweg dat ik me gelukkig, of op z’n minst levendig(er), voelde. Niet omdat het een succesvolle ‘vlucht’ was (al heb ik die trips ook zeker gehad), meer vanwege het verdwijnen van mijn gehaaste, soms afwezige inborst. Ik heb regelmatig het idee dat mijn leven maar aan me voorbijraast, ook de leuke dingen, hoe vaak ik het mantra hallo je bent hier nu ook herhaal. In Athene wás ik er gewoon, zonder dat het me moeite kostte. Ik had geen yoga of massages nodig om werkelijk in contact te staan met mijn lichaam, waardoor ik me - hoe prettig mijn thuisbasis ook is - nooit meer mezelf, nooit vrijer, voelde dan tijdens die tijd alleen.
Je zou het een waardevolle ontdekking kunnen noemen, maar toch schuurt het voor mij ook. Het feit dat ik dit gevoel alleen onder deze afgedwongen voorwaarden kan bereiken, zegt ook iets over mijn relatie met de wereld om me heen. Waarom moet ik me in godsnaam loskoppelen van alles en iedereen om in verbinding met mezelf te komen, en wat zegt dat over de ruimte die ik normaal gesproken geef aan mijn eigen behoeftes? Het is een ontdekking waar ik me met vlagen ook schuldig over kan voelen, alsof mijn relaties me onbewust iets onthouden - een soort verraad aan de mensen die ik liefheb.
Ongeremd introvert
Een verklaring zou natuurlijk kunnen zijn dat het helemaal niet aan de mensen ligt, maar aan de manier waarop ik mijn eigen introversie vaak onderdruk. Alleen al de mediawereld vraagt om constante extraversie, het vermogen om jezelf te ‘branden’ voor je werk; een cultuur die ik zowel verrijkend als uitputtend vind. Misschien voelen die trips daarom wel als een dikke hap lucht: omdat ik even ongeremd introvert kan zijn, zonder de angst dat ik iets misloop.
Wanneer ik alleen ben, vallen alle dingen die me enigszins onder druk zetten even weg; soms denk ik dat ik onbewust altijd aan het vechten ben voor mijn bestaansrecht, sinds de zelfdoding van mijn moeder. Door zo’n verlies – specifieker: het verdwijnen van bevestiging van buitenaf – kweek je al snel het geloof dat je je waarde helemaal uit jezelf moet halen, in het bijzonder uit werk en relaties. Zou het alleen zijn in de kern niet kunnen draaien om het loskomen van een externe blik, die ik niet in de laatste plaats op mezelf richt?
In de boekenhit All Fours tuigt de hoofdpersoon een hotelkamer voor zichzelf op, om daar wekenlang te gaan wonen. Toen ik al het absurdisme wegdacht, begreep ik haar wel: in zekere zin verschilt mijn toevluchtsoord in het buitenland niet veel van de hare. Het draait om dezelfde loskoppeling van het bekende, een losheid waarin een ander vorm van aanwezigheid ontstaat. Virginia Woolf schreef in 1929 in het essay A Room of One’s Own al dat vrouwen zowel een letterlijke kamer (om ongestoord te werken) en figuurlijke kamer (intellectuele en creatieve vrijheid) nodig hebben.
Wellicht is het fijnste van een hotelkamer, een reisbestemming, dat het een plek tussen twee werelden in is. Het vertegenwoordigt geen thuis, maar ook geen volledige leegte.
Misschien ligt in die tussenzones, waar ik niet vastlig in een bestaande structuur, nog wel het meest die vrijheid waar ik zo naar verlang.
Prachtig beschreven! Het schuldgevoel dat je erover kunt hebben naar je relaties is heel herkenbaar.
Prachtig lieve Sanne!!!